Donderdag 2 april 2015
Yoko Ono werd door velen gezien als de kwade genius achter het uiteengaan van de Beatles. Haar niet aflatende aanwezigheid tijdens studio opnames van de band streek John’s kompanen tegen de haren in, aldus de media. Inderdaad, kranten en televisie over de hele wereld deden er in die tijd alles aan om de Japanse af te schilderen als een zwartharig trolletje dat zich aan de popgod had vastgeklit. Ze verstoorde de magische dynamiek die er tussen het viertal bestond, een wisselwerking tussen originele geesten die zoveel momenten van ongekende creativiteit had opgeleverd. ‘Het geheel is meer dan de som der delen’, zegt men, en dat ging zeker op voor de Britse bards. Met nog een deel erbij klopte de formule echter niet meer. De beste band aller tijden, uit het lood geraakt door juffrouw Yoko die zich opdrong als het vijfde wiel aan de wagen, reed zich onder het uiten van haar zwanenzang ‘Let It Be’ met veel geraas te pletter.Verschrikkelijk. We zijn nog steeds boos.
Maar hoe zat de vork nou werkelijk in de steel? Tegenwoordig wordt algemeen aangenomen dat de jongens allang op elkaar uitgekeken waren. De koek was op, en voor een groep die zichzelf op het muzikale vlak steeds opnieuw uitvond, was het ondenkbaar om door te gaan en in herhalingen te vervallen. Lennon’s toenemende heroïnegebruik begon bovendien een remmende werking uit te oefenen op de band.
En dan dit: Yoko was bepaald geen willoze groupie die niet zonder haar idool kon leven. Deze hyperintelligente kunstenares deed wat haar onafhankelijke geest haar ingaf. Als dat betekende dat ze er voor haar geliefde wilde zijn, dan bleef ze niet braaf achter het aanrecht wachten totdat manlief van zijn werk terugkeerde. Yoko ging er zelfbewust op af. En nee, ze zat niet zieltogend in een hoekje van de studio te smachten terwijl haar man de snaren van zijn gitaar aansloeg. Iemand van haar kaliber liet zich niet in een hoekje dringen. Als haar sterke persoonlijkheid voor de overige bandleden al een reden was om het fenomeen Beatles ten grave te dragen, dan gaf dat alleen maar aan dat ze nog niet toe waren aan datgene wat ze in de door henzelf gelanceerde seksuele revolutie propageerden: de gelijkwaardigheid van de vrouw. Het lijdt overigens geen twijfel dat iemand als Yoko die bewierookte mythe doorzag. De verandering van de seksuele moraal in de jaren ’60 maakte het in eerste instantie – alweer – gemakkelijker voor mannen, niet voor vrouwen. Pas met het latere feminisme konden vrouwen zich min of meer aan de achterstelling van eeuwen ontworstelen. Yoko liep daarop vooruit. Haar onafhankelijkheid was voor haar vanzelfsprekend; het gaat te ver haar de schuld te geven van een breuk tussen anderen op grond van het feit dat ze nu eenmaal stevig in haar schoenen stond.
Ono’s scherpe verstand waarschuwde haar toen de relatie met John in een later stadium schipbreuk dreigde te lijden. Het gebeurt wel vaker dat er in een huwelijk een crisis optreedt wanneer geliefden jarenlang alles samen doen, en zo was het rond 1973 ook voor John en Yoko. De Japanse maakte een radicale beslissing en zette John aan om enige tijd zijn eigen weg te gaan. Naar verluidt arrangeerde ze zelfs de verhouding die John kreeg met de assistente van het koppel, de Chinese May Pang. Eens temeer bewijst deze handelwijze Yoko’s gevoel van eigenwaarde: zij zag John’s buitenechtelijke relatie eerder als een reddingsoperatie dan als een definitieve ondermijning van het huwelijk.
Komende zondag draait Oud Anders het nummer ‘Bless You’ van ‘Walls and Bridges’. Dit album ontstond in de periode dat John en Yoko gescheiden van elkaar leefden. May Pang is er zelfs op te horen. En ook al verklaarde John later dat deze tijd misschien wel de gelukkigste uit zijn leven is geweest, dan valt het bewuste nummer toch op. De tekst gaat namelijk onmiskenbaar over Yoko Ono. De Japanse was en bleef de grote liefde in zijn leven. Na achttien maanden keerde John terug naar zijn Yoko.
Playlist OUD ANDERS, zondag 5 april 2015 op AAFM van 22.00 tot 23.00 uur
01. Little Green Apples - Roger Miller - 2.40
02. Victims - Henry Kaiser & Ray Russell - 8.50
03. Bless You - John Lennon - 4.37
04. The Night We Called It A Day - John Coltrane & Milt Jackson - 4.23
05. Biya Biya Janana - Aziz Herawi - 4.14
06. Mein junges Leben hat ein Endt - Jan Pieterszoon Sweelinck - 1.01
07. These Foolish Things - Sydney Bechet & Martial Solal Quartet - 3.49
08. Fantasia g2, SwWV.271, S.4 - Jan Pieterszoon Sweelinck - 6.15
09. Hungarian Dances nos. 1 & 10 - Johannes Brahms - 4.58
10. Miniatures Of Concrete Works Nadja, Twincling In Stars VII - Joji Yuasa - 3.37