Donderdag 15 mei 2014
Zelfs de totalitaire tiran Stalin schrok ervoor terug om een internationaal gevierd musicus als Serge Prokofiev via martelingen en strafkampen tot conformisme te dwingen. Of beter gezegd, nee, Stalin deinsde nergens voor terug, maar wilde liever zijn voordeel doen met de geniale componist dan dat hij zich van hem ontdeed. Om Prokofiev de socialistisch realistische koers te laten varen die sinds 1932 als staatsbeleid binnen Russische de kunst en cultuur gold, trof de dictator hem indirect. Zo werd Prokofiev’s vriend, de acteur en theaterproducent Vsevolod Meyerhold, door Stalin’s geheime dienst opgepakt, gemarteld en ter dood gebracht.Nu was de hypermoderne Meyerhold in feite de communistische leer serieus toegedaan. Zijn executie mag derhalve in westerse ogen ongerijmd lijken. Het ging er Stalin en de zijnen echter niet zozeer om of een kunstenaar de rode heilstaat bezong (Meyerhold deed weinig anders); ze wilden bepalen HOE hij dat deed. En Meyerhold’s experimentele producties vonden geen genade in de ogen van de Russische machthebbers. Avant-garde kunst werd afgedaan als formalisme, oftewel zinloos elitarisme dat afstand schiep tussen de intellectuelen en het volk. De artiest tornde namelijk aan beproefde klassieke vormen die door gewone mensen begrepen konden worden. Daarmee maakte hij zich schuldig aan staatsgevaarlijke activiteiten. Het volk was immers de staat. Zo heette het althans officieel; in werkelijkheid zat er een dictator in het zadel die een schrikbewind voerde.
Jarenlang bleef men in Rusland in het ongewisse omtrent het lot van Meyerhold. Maar Prokofiev, die zich kort na de verdwijning van zijn vriend in 1939 geconfronteerd zag met de opdracht een cantate te schrijven ter ere van de zestigste verjaardag van Stalin, zal aan zekerheid grenzende vermoedens gehad hebben. En daarin stond hij niet alleen. Iedereen in het Rusland van zijn tijd besefte maar al te goed wat het betekende als een persoon opeens spoorloos verdween. In zijn verbeelding moet de briljante musicus het pistool waarmee zijn vriend hoogstwaarschijnlijk een nekschot had gekregen, al op zich gericht hebben geweten. “Mijnheer Prokofiev, doet u het zoals wij willen, of anders…”
Prokofiev koos eieren voor zijn geld en componeerde de cantate volgens de voorschriften. Wat hij werkelijk dacht over de dwingelandij van de culturele autoriteiten verbeeldde hij vervolgens in zijn zevende piano sonate (1939-1942). Uit deze compositie laten wij u zondag het eerste deel horen. Het Russische wonderkind pakte het handiger aan dan zijn verdwenen vriend; hij experimenteerde niet met de klassieke vorm van de sonate, maar wel met de inhoud ervan. Door de verplichte melodieuze passages heen liet hij flink wat dissonanten horen, die een spottend commentaar leverden op de meer ouderwetse delen. Hij kwam ermee weg door te refereren aan de oorlog: de moderne, ‘lelijke’ passages zouden naar de vijand verwijzen, naar de slechteriken dus. Wie hij als de vijand zag liet hij in het midden. Tegenwoordig zijn musicologen het erover eens dat hij niet zozeer de Duitsers bedoelde als wel de grote baas in het Kremlin, en dan vooral de vuile oorlog die deze tegen zijn eigen landgenoten voerde.
Prokofiev heeft tot op het einde van zijn leven de terreur van Stalin ondervonden. Hij moest blijvend navigeren tussen de vereisten van het socialistisch realisme en dat wat zijn hang naar modernere klanken hem ingaf. Net zoals bij zijn collega en tijdgenoot Shostakovich zien we dan ook grote verschillen in zijn oeuvre; het wisselt voortdurend van voorspelbaar en saai naar enerverend en nieuw.
Ironisch genoeg overleed Prokofiev op dezelfde dag als Stalin. Dat was op 5 maart 1953. Het leek alsof de opponenten met hun dood allebei de handdoek in de ring wierpen en de strijd om het muzikale gelijk zodoende voor eeuwig op onbeslist hielden.
De Georgische Khatia Buniatishvili vertolkt Prokofiev's piano sonate no. 7
Playlist OUD ANDERS, zondag 18 mei op AAFM, van 22.00 tot 23.00 uur
01. Geamparakle Lui Haidim - Turlu Tursu - 3.33
02. Incipit Vita Nova - Gavin Bryars - 6.07
03. Temptation - Steve Kuhn - 6.25
04. Symphonie für Streicher No 1: Presto - CarlPhilippe Emanuel Bach - 3.55
05. Kataghani - Homayun Sakhi - 4.01
06. Piano Sonata No.7 in B flat: I. Allegro inquieto/Poco meno/Andantino - Serge Prokofiev - 8.28
07. Chase The Blues Away - Tim Buckley - 5.14
08. Nawha Titi - Ken Freza - 3.02
09. Remember not, Lord (our offences) - Henry Purcell - 3.07