Donderdag 24 april 2014
Een heer doet geen afstand van zijn qin als hij er geen goede reden voor heeft, zo luidt een oude Chinese wijsheid. Het zou de lijfspreuk van Sonny Rollins kunnen zijn. Toen het beroemde jazz icoon tijdens de gebeurtenissen rond September 11 geëvacueerd werd uit zijn appartement – het lag dichtbij Ground Zero – wilde hij het pand niet verlaten zonder zijn saxofoon. Zelfs een catastrofe als de instortende Twin Towers kon hem blijkbaar niet van zijn geliefde instrument scheiden. Qin betekent eenvoudigweg snaarinstrument. Om het van andere instrumenten in deze categorie te onderscheiden heeft men er in onze tijd het prefix ‘gu’ aan toegevoegd. Dat is het Chinese woord voor ‘oud’, of beter, “antiek”. Hoe oud zou de guqin dan eigenlijk moeten zijn? Volgens de legende gaat het hier om het alleroudste snaarinstrument ter wereld, met een geschiedenis van maar liefst vijfduizend jaar. De zogeheten Gele Keizer Huangdi (2698 – 2598 v. Chr.), die algemeen gezien wordt als de man die het startschot gaf voor de Chinese beschaving, zou bij de ontwikkeling van de guqin betrokken zijn geweest.
Wie het instrument werkelijk uitvond zal voor altijd een punt ter discussie blijven. Vast staat echter dat er door de eeuwen heen een grote hoeveelheid wetenschappelijke documenten aan de guqin gewijd werden. Inderdaad hebben wis- en natuurkundigen zich veelvuldig beziggehouden met de manier waarop het instrument bespeeld diende te worden. Blijkbaar hadden wetenschappers in de Chinese oudheid al enig inzicht in natuurkundige fenomenen als frequenties, en hoe deze te manipuleren. De guqin mag er met zijn smalle houten plank en zeven snaren misschien simpel uitzien, maar het vereist heel wat oefening voordat men er goed mee overweg kan. Alles draait daarbij om het spelen van flageoletten: de vinger dempt lichtjes een snaar zonder deze tegen de plank aan te drukken. Er ontstaan dan frequenties van boventonen, anders gezegd, er ontstaan meerdere tonen daar waar er eerst maar één was. Op welke plek moet men de vinger plaatsen om welke extra tonen te verkrijgen? Hoeveel druk moet er op een snaar uitgeoefend worden? En dan, de enorme variatie aan boventonen levert eindeloze combinatiemogelijkheden op. Hoe kan dat samengesmeed worden tot een coherent klankenpatroon? Met andere woorden, hoe in hemelsnaam maakt iemand eigenlijk muziek op deze plank? Juist. Daarover zijn er hele bibliotheken vol geschreven. De Chinese wetenschappers liepen weg met de guqin. Ze konden er hun meest ingewikkelde wiskundige formules op loslaten en berekenden de technische vereisten voor het beste spel. Filosofen volgden de harde wetenschap: Confucius stond bekend als een virtuoos bespeler van de guqin, en sommige wijsgeren probeerden zelfs de kosmos te verklaren op grond van de wiskundig berekende tonen van het instrument. Het universum hing immers van wiskunde aan elkaar, en dus moest er een relatie bestaan tussen de muziek van dit instrument en het Zijn. “To Be or Not to Be”, vroeg Hamlet zich af; het antwoord had hij wellicht kunnen weten als hij een stoomcursus guqin filosofie had gevolgd. Ploink!
We kunnen dit alles misschien wat lacherig afdoen. Oude rekensommetjes uit het jaar nul zouden muziek en het bestaan moeten verklaren? Kom nou toch. Het is echter niet voor niets dat de gouden LP die met de Voyagers de ruimte ingezonden werd, een compositie voor guqin bevatte. Het instrument staat officieel op UNESCO’s lijst van Masterpieces of the Oral and Intangible Heritage of Humanity. Dit omdat het een van de vroegste bewijzen vormt van wetenschappelijk kunnen. Dat van die wiskunde blijkt dus wel degelijk te kloppen.
Een heer doet geen afstand van zijn qin als hij er geen goede reden voor heeft. Zondagavond toont Oud Anders aan dat ook een dame dat niet gemakkelijk doet. Aan het woord is Yang Lining, Chinese bespeelster van de guqin. Met de schitterende, sonore bassen aan het begin van het stuk Flic Flac horen we de kosmische rimpelingen verbeeld waarnaar het instrument verwijst. Als we tenminste de oude Chinezen mogen geloven.
“Flowing Streams” van guqin meester Kuan P'ing-hu. Het stuk staat op de gouden plaat aan boord van de Voyagers.
Playlist OUD ANDERS, zondag 27 april 2014 op AAFM, van 22.00 tot 23.00 uur
01. Prelude & Fugue op. 6: Prelude - Giovanni Sgambati - 5.31
02. Tomorrow - Andrew Hill - 3.34
03. Sonate no. 2: Obsession - Eugene Ysaye - 2.32
04. Killer on Staten Island - Adam Faucett - 4.37
05. Flic Flac - Yang Lining - 6.06
06. ICE: Abandoned Time - Dai Fujikura - 8.56
07. Toccata - Mara Galassi - 1.52
08. JWT - Anthony Pateras - 2.52
09. Bureaucrat of Flaccostreet - Urban Dance Squad - 5.09
10. Fogli Volanti Op.12 No.03 Idillio in E flat major - Giovanni Sgambati - 1.40