Donderdag 13 maart 2014
Stelt u zich voor dat u een aardig partijtje jazz speelt en het besluit neemt om uzelf volledig te wijden aan de muziek. Het blijkt een goede keuze; u ontwikkelt zich tot een formidabele muzikant en creëert in de loop der tijd een aantal composities die door uw vakbroeders erkend worden als meesterwerken. U heeft het gemaakt, nietwaar? Gelukkig bent u geen boekhouder geworden die week in week uit een kantoorbaan van negen tot vijf uitzit. Beter nog, u hoeft geen verantwoording af te leggen aan een baas en meent een vrij man te zijn. Er schuilt echter een addertje onder het gras. U wordt namelijk vroeg of laat met de neus op het feit gedrukt dat u inderdaad geen boekhouder bent. Nu ja, als scheppend kunstenaar heeft u het hoofd natuurlijk niet naar administratieve aangelegenheden staan. Laat anderen zich maar met de cijfertjes bezighouden. Rekent u er dan op dat die anderen dat ook heus wel gaan doen! Daar komt u achter wanneer u een contract tekent en de kleine lettertjes niet leest. U levert netjes op tijd uw eerste album af, maar uw trots slaat bij publicatie al gauw om in verbijstering wanneer u op de hoes de naam van de man aantreft met wie u de overeenkomst sloot. Die naam – laten we zeggen, Mr. Jones - staat daar niet om aan te geven wie het album technisch verzorgde, of met welke vertegenwoordiger van het label u zaken deed. Nee, Mr. Jones wordt vermeld als de schrijver van UW composities.
Bovengenoemd scenario is helaas geen fabeltje. De Afro-Amerikaanse jazz artiest uit de jaren ‘20 tot ‘70 van de vorige eeuw werd regelmatig van zijn auteursrecht beroofd. Het platenlabel ging er met de buit vandoor. En de zwarte muzikant? Die had zich omwille van de kunst onderworpen aan een nieuw soort slavernij, welke in wezen niet veel verschilde van katoenplukken: hij werkte voor het geld van anderen. Van platen moest hij het niet hebben, dus snelde hij van de ene gig naar de andere; een optreden in een club werd direct afgerekend. Zo kreeg hij nog enige contanten binnen. Hij moest zich wel kapot werken, want zijn loon viel beduidend lager uit dan dat van zijn blanke collega’s. Die hadden overigens altijd voorrang als het ging om de eerste keuze van een clubeigenaar. Men zag liever blanke Johnny met zijn speelgoedfluit op het podium hakkelen dan een Miles Davis die het publiek met de trompet naar een andere wereld kon blazen.
Juist Miles Davis viel het lot van de zwarte muzikant zwaar. Hij kwam immers uit een geprivilegieerde familie. Zijn vader, tandarts van beroep, bezat zelfs een uitgestrekte ranch. Dat lag bij de meeste Afro-Amerikaanse artiesten anders. Die begonnen straatarm en waren eraan gewend uitgebuit te worden. De tegenstelling tussen Miles’ achtergrond van welstand en aanzien, en het leven waarin hij terecht kwam kon niet groter zijn. Als muzikant ervoer hij voor het eerst wat het betekende om zwart te zijn in Amerika.
Miles kon zich niet neer leggen bij discriminatie. Naarmate hij langer in de muziekscene verbleef, verhardde zijn houding naar de blanken toe. De man stond dan ook bekend als een buitengewoon ongemakkelijk heerschap.
Ondanks zijn toenemende verbittering groeide Davis uit tot een van de grootste iconen van de jazz. Niet alleen had hij de muzikale inhoud om het genre verscheidene malen te vernieuwen, hij beschikte ook over een ongeëvenaard talent om de genieën van het vak samen te brengen. Aan het album Bags’ Groove, bijvoorbeeld, verleenden Thelonious Monk, Horace Silver, Kenny Clarke, Sonny Rollins, Percy Heath en Milt Jackson hun medewerking; een onwaarschijnlijke samenbundeling van krachten.
Van die plaat laten wij u zondag het nummer Oleo horen. Het is een improvisatie op Gershwin’s “I got Rhythm”. De naam Bags’ Groove zelf verwijst naar de wallen onder de ogen van Jackson. Je collega’s een beetje dissen hoorde er immers bij in de jazz scene.
Playlist OUD ANDERS, zondag 16 maart 2014 op AAFM, van 22.00 tot 23.00 uur
01. Meat Man - Jerry Lee Lewis - 2.48
02. Cello Concerto H.VIIb - Adagio - Joseph Haydn - 7.01
03. Brown Skin Blues - Lillian Glinn - 3.30
04. Hi Fu Mi Hachi Kaeshi - Katsuya Yokoyama - 9.01
05. Oleo - Miles Davis - 5.12
06. Thema (Omaggio a Joyce - Luciano Berio - 6.27
07. The Moving Sand - Nancy Elizabeth - 2.34
08. Artikulation - György Ligeti - 3.57
09. Tic-Tocative - Bert Jansch & John Renbourn - 2.00