Donderdag 24 oktober 2013
Wie schreef er de mooiste muziek voor piano solo? Daar is niet zo gemakkelijk een antwoord op te geven. Iedereen houdt er immers zijn hoogstpersoonlijke smaak op na. Maar toch zullen er - zelfs onder hen die niet vaak naar klassieke muziek luisteren - velen zijn die bij deze vraag onmiddellijk aan Chopin denken. Ja, die nocturnes van hem natuurlijk. Pure romantiek. Chopin vond de nocturne niet uit; die eer is voorbehouden aan de Ierse componist John Field. Maar wel produceerde hij een reeks volmaakte voorbeelden van dit stemmingsstuk. In de muziekgeschiedenis gaat het begrip nocturne hand in hand met de naam Chopin. We staan even stil bij het woordje ‘volmaakt’: daarmee hebben we de componeerpraktijk van deze invloedrijke pianist treffend geduid. Als we zijn gehele oeuvre bekijken, dan valt het op dat Frederic Chopin niet het gewoonlijke proces volgt van een struikelend begin in de jongensjaren naar een gestage verdieping later in het leven. De allereerste noten die de Frans/Poolse componist aan het papier toevertrouwde waren volledig af. Hij schreef vanaf het begin perfecte muziek en bleef dat doen tot aan zijn laatste ademtocht, zo luidt het oordeel van de critici.
Hoe anders was dat bij Chopins collega, vriend en tijdgenoot Franz Liszt, de pianist die zijn optreden in de concertzalen tot een spektakel maakte! Liszt wilde het thema van zijn eerste composities nogal eens laten verdrinken in een te groot vertoon van technisch kunnen. Zijn virtuoze improvisaties vliegen de luisteraar om de oren, en een overdaad aan ornamentiek laat diezelfde luisteraar verbijsterd, maar ook verward achter: waar is het licht in deze geluidslawine? Bij Chopin – toch ook een virtuoos van de eerste orde – is ornamentiek echter uitstekend geïntegreerd; ze werkt nooit storend.
Chopin werd gedurende zijn hele leven ernstig beperkt door zijn zwakke gezondheid. Hoe is het mogelijk dat hij een oeuvre neer kon zetten dat kracht en zelfvertrouwen uitstraalt? De nocturnes zijn weliswaar het summum van romantiek, maar denkt u vooral niet dat romantiek gelijk staat aan zwak, kwetsbaar en dromerig. Dat heeft men er later maar van gemaakt. Een echte held uit de Romantische periode is behept met een groot ego. Hij is sterk en rebels, eigenzinnig en non-conformistisch; maar toch sluit dit alles een grote gevoeligheid niet uit. Genoemde elementen zijn allemaal terug te vinden in de muziek van Chopin.
Het mag een van de raadsels van de menselijke geest heten dat sommige kunstenaars hun creatieve vermogen niet aan banden laten leggen door hun matige fysieke gesteldheid. Chopin was zo iemand. Zijn longen gaven het al vroeg op, maar zijn scheppingsdrang liet het nooit afweten. Die draaide volop, als een krachtige motor.
Krachtig, hecht en virtuoos is Chopins muziek, zeker. Maar ze is bovenal mooi. Verpletterend mooi. Dat zult u horen tijdens de uitzending van Oud Anders op AAFM, zondagavond van 22.00 tot 23.00 uur. Daarin laten we u twee van zijn composities horen: Nocturne op 9, “a Madame Camille Pleyel No. 3” en Nocturne op posthume in C minor.
In de clip kunt u luisteren naar Nocturne no. 8 op. 27 no. 2, uitgevoerd door een van de grote Chopin vertolkers, de Italiaan Maurizio Pollini.
Playlist OUD ANDERS, zondag 27 oktober 2013
01. Be Bop a Lula - Paul McCartney - 4.05
02. Nocturne op 9 à Madame Camille Pleyel No. 3 - Frederic Chopin - 6.37
03. Two for Bleu - Charlie Hunter - 5.39
04. Toccata In Blue - Carlo Domeniconi - 6.21
05. The Curse - Agnes Obel - 5.53
06. Shortyville - Trombone Shorty - 4.22
07. Nocturne op posthume en do mineur - Frederic Chopin - 2.51