Donderdag 1 april 2021
Alvorens over te gaan tot het muziekgedeelte op deze pagina wil ik u vermaken met een drietal kattenanekdotes. Ik kan het niet laten. Mensen die niets hebben met poesjes doen er dus beter aan de eerste drie paragrafen over te slaan.Het eerste verhaaltje dateert alweer van ruim een half jaar geleden. Het gaat hier over een merkwaardig misverstand waar ik zelf achteraf wel om kon lachen, maar de hoofdpersoon in kwestie niet. Wat gebeurde er precies?
Ergens rond middernacht begon het licht te regenen. In dat geval probeer ik dan mijn kat, die vaak buiten is, in huis te halen. Ik doe dat als volgt: ik tuit de lippen en zuig de lucht naar binnen. Dat klinkt een beetje als een stevige klapzoen, of indien langer aangehouden ook wel als het getjilp van een vogel. Mijn ervaring is dat veel katten sterk reageren op dit specifieke geluid. Ik ben er inmiddels zo getraind in dat mijn ‘kusje’ 150 meter verderop nog te horen is. Die nacht stond ik dus in de deuropening te tjilpen, en had in eerste instantie niet in de gaten dat er een vrouw zo laat nog door mijn straatje liep. Het arme mens hoorde me, schrok zich wild en versnelde haar pas. Toen ik me al kwinkelerend van haar gewaar werd begreep ik onmiddellijk wat ze dacht: “enge man met dubieuze bedoelingen maakt obsceen geluid. Wegwezen hier!” Ik schreeuwde nog, “mevrouw, ik roep alleen maar mijn kat!” – maar dat verergerde de zaak. Ze rende nog harder weg en viel bijna. Het leek mij verstandiger om er verder maar het zwijgen toe te doen, want de vrouw was al bang genoeg. En mijn kat? Die deed alsof haar neus bloedde en bleef buiten...
Het tweede verhaaltje zal menigeen de wenkbrauwen doen fronsen. Het is echter een feit: sommige kinderen van een bepaalde leeftijdsklasse (zeg acht tot twaalf jaar) kunnen onbesuisd, en zelfs een tikkeltje gemeen zijn naar dieren. Zo zag ik dus een paar weken geleden een moeder met twee kinderen voorbij komen; haar iets oudere spruit van een jaar of acht, negen bleef een tiental meters achter. Hij raapte een steen op en deed alsof hij die naar mijn katje wilde gooien. Schichtig achterom kijkend zag hij dat ik hem aan het raam met argusogen in de gaten hield, gereed om als een engel der wrake naar buiten te stormen. Als hij die kei daadwerkelijk gegooid had zou ik het jochie weliswaar niet direct ondersteboven in mijn tuin begraven hebben, maar dan toch wel ten overstaan van zijn moeder ernstig toegesproken hebben. Dat hoort bij de opvoeding. Kinderen moeten leren dat ze kleine huisdiertjes geen pijn mogen doen. Grrr!
Het derde verhaaltje is er een van het hartveroverende soort. Het vertelt iets over het spontane, onbevreesde gedrag van mijn poes. Het gebeurde op zondag 28 maart.
Was het een nieuw gezin bij mij in de buurt? Ik had ze nog nooit gezien. Maar wat een feest: drie piepkleine, huppelende meisjes (een drieling wellicht?), moeder met kinderwagen, vader met een goedige lobbes van een hond aangelijnd en een zwarte kat die vrolijk meesprong...hier was een heel huishouden aan de wandel. Mijn poes, als gewoonlijk weer buiten, zag het en dacht: Ha, wat leuk! Een optocht, ik doe mee! – en prompt sloot ze zich bij de stoet aan. Zo liep ze gezellig een tijdje mee, dit tot grote pret van de meisjes. Die zouden haar naar ik vermoed het liefst mee naar huis genomen hebben. Maar ja; mijn beestje, dat vanwege haar schitterende vachttekening mensen van klein tot groot aantrekt als honing, blijft gelukkig aan mij verknocht. Die ‘catnapping’ ging dus niet door.
En dan muziek: het vierde verhaal gaat over Creak Creek van de Amerikaanse componist Tod Dockstader. Dit is de oorspronkelijke titel van het stuk, dat we letterlijk vertalen met Kraakkreek, een term die Marten Toonder eventueel voor een van zijn verhalen over de heer Bommel had kunnen bedenken. Dockstader was voor insiders een van de grootste en meest originele elektronische muzikanten van de VS. Een muzikale vooropleiding had hij niet; hij rolde als het ware in de muziek toen hij na zijn studie film en schilderen het geluk had om als assistent film editor in Hollywood aan de slag te kunnen. Daar trok hem de wereld van de geluidseffecten al gauw aan, en van het een kwam het ander. Kort na 1958 begon hij te componeren, in eerste instantie op de manier van de pioniers van de Musique Concrète, dat wil zeggen via het beproefde knip- en plakwerk met tapes. Later in zijn leven zou hij de computer gebruiken. De overgang van moeizaam geklungel met tapes naar de computer is natuurlijk een volstrekt logische stap voor hen die de Musique Concrète en de elektroakoestische muziek zijn toegedaan. Het handwerk wordt er immers zoveel eenvoudiger door. Dit wat het knip- en plakwerk betreft; het ontwikkelen en uitwerken van ideeën blijft onverminderd een heel gedoe. Dockstader had gelukkig inspiratie genoeg!
De Kraakkreek begint met een lage drone die mogelijk met een analoge synthesizer gemaakt werd. Deze gestaag voortkabbelende onderstroom van geluid houdt gedurende de hele compositie aan, maar wordt aangevuld met – ja, met wat precies? We menen iets te horen dat lijkt op een speelgoedformaat xylofoon of klokkenspel, gepiep en geknars van deuren, het rukken aan ontstemde piano- en vioolsnaren en nog veel meer. We kunnen er echter evengoed naast zitten; het cd-boekje dat hoort bij het postuum samengestelde album From The Archives zwijgt in alle talen over de klankbronnen die Dockstader voor dit werkje aangewend heeft. De kans is groot dat degenen die de Kraakkreek temidden van een grote hoeveelheid ander materiaal aantroffen op de PC van de in 2015 overleden componist ook niet weten hoe hij het allemaal in elkaar heeft gezet. Dat neemt niet weg dat vrijwel alles wat hij maakte een boeiend ‘hoorspel’ opleverde. Zo ook de Kraakkreek; u hoort het zondagavond in Oud Anders rond 19.38 uur.
U vindt Creak Creek op het postuum samengestelde album From The Archives.
PLAYLIST OUD ANDERS, ZONDAG 04 APRIL 2021 OP AAFM, 19.00 - 20.00 UUR
01 After We had Parted - Martin Tingvall - 4.21
Martin Tingvall is een Zweedse jazzpianist die onder andere ook in Nederland gestudeerd heeft. Zijn plaat En Ny Dag bevat fraaie pianomuziek die tussen jazz en klassiek in zit
02 Woods of Suicides - Buckethead - 3.28
Buckethead is een kanon onder de basgitaristen. In Woods of Suicides van zijn plaat The Cuckoo Clocks of Hell uit 2004 gaat hij tekeer
03 The Coo Coo Bird - The Be Good Tanyas - 4.51
Het nummer The Coo Coo Bird van de Canadese folkband The Be Good Tanyas is een van hun bekendste en meest geliefde hits
04 Ngoma, invocatory song before a hunt - Ba-Benzélé Pygmies - 3.46
Met deze song trachtten de pygmeeën uit Centraal-Afrika de goden gunstig te stemmen vlak voordat de jacht begon
05 Taneli's Lament (Sorrow Comes to All...) - Frode Haltli - 3.47
De muziek van de Noorse accordeonist Frode Haltli kunnen we misschien nog het beste samenvatten met een term die hij als titel bedacht voor een eerder album van hem: Avant-Folk
06 Whenever Lester Plays The Blues - Horace Silver - 6.36
Jazzpianist Horace Silver heeft met alle grote namen van de hardbop samengewerkt. Onder anderen Art Blakey en Miles Davis behoorden tot zijn werkgevers. Whenever Lester Plays The Blues is van een van zijn laatste albums, A Prescription for the Blues uit 1997
07 Crossing The Rubicon - Bob Dylan - 7.22
De Dylan exegeten zullen nog wel een tijdje bezig zijn om de lyrics van Crossing the Rubicon op de juiste manier uit te leggen. Wij van Oud Anders kunnen er vooralsnog geen touw aan vastknopen. De song staat op zijn laatste album Rough and Rowdy Ways uit 2020
08 Creak Creek - Tod Dockstader - 4.12
Tod Dockstader was een van de belangrijkste en origineelste elektronische componisten van de VS. Creak Creek is van zijn postuum samengestelde album From the Archives
09 Heare Me, Oh God (Four-Notes Pavan) - Alfonso Ferrabosco the Younger - 7.35
Een oude, Spaans-Italiaanse hofdans van de hand van Alfonso Ferrabosco de Jongere, een Engelse renaissance/barok componist van Italiaanse komaf
10 Fleur Des Antilles - Loulou Boislaville & Band - 4.20
De Amerikaanse field recording pionier Alan Lomax reise ooit af naar de Franse Antillen, om de volksmuziek aldaar vast te leggen. U hoort Loulou Boislaville & Band
11 Toccata Prima - Ascanio Mayone - 5.10
Lawrence King bespeelt de arpa Doppio, een harp met drie rijen snaren in een compositie van de Renaissance componist Ascanio Mayone