Donderdag 26 september 2019
Vanuit het oosten stroomt een rivier door giftige dalen...u zou denken dat een dergelijk beeld regelrecht uit Tolkien’s The Lord of the Rings komt, of anders wel uit zijn The Silmarillion. Maar nee, ‘Á fellr austan um eitrdala’, zoals de eerste regel van de song in de oorspronkelijke (Oud-Noorse) taal luidt, is een zinsnede uit de IJslandse Edda, een verzameling mythologische verhalen over goden en helden. Proberen we greep te krijgen op de herkomst van deze gedichten, dan stuiten we op de nodige problemen: wie schreef ze? Een antwoord op deze vraag is niet gemakkelijk te geven. Om te beginnen bestaan er twee Edda’s, namelijk de Poëtische Edda en de Proza Edda, respectievelijk ook wel de Oude en Jonge Edda genoemd. Dat laatste geschrift werd rond 1230 samengesteld door de IJslandse schrijver en geleerde Snorri Sturluson. Hij beoogde een soort handleiding voor dichters en zangers te maken en verwees hierin veelvuldig naar de oude orale tradities van de skalds, de IJslandse barden. Snorri zelf was een skald, dus hij wist waar hij het over had. Ook nam hij verhalenderwijs de inhoud van de hem bekende gezangen op in deze handleiding.
Nu wordt het ingewikkeld: in 1643 werd er een manuscript ontdekt – de zogeheten Codex Regius - dat de originele gedichten van de Oude Edda bevatte. In eerste instantie meende men de inspiratiebron voor Sturluson’s Jonge Edda gevonden te hebben. Die gedachte moest men echter laten varen toen bewezen werd dat deze Codex ongeveer 50 jaar na het ontstaan van Snorri’s geschrift het levenslicht zag. Dit gebeurde waarschijnlijk aan de hand van sindsdien allang verloren gegane oudere teksten, en al even waarschijnlijk aan de hand van het formidabele geheugen van de skalds uit die tijd. Die hadden immers eindeloze reeksen gezangen van honderden jaren oud foutloos in hun hoofd zitten.
Hopelijk kunt u het nog volgen. Wat is nu wat? We vatten het voor u samen:
De Poëtische (Oude) Edda – het betreft hier de zangkunst van de IJslandse barden vanaf ca. 800 – 1200. De gedichten gaan inhoudelijk over de Noordse goden- en heldensagen. We weten niet of daar teksten van bestaan hebben.
De Proza (Jonge) Edda – rond 1230 geschreven door Snorri Sturluson. In zijn boek instrueert hij toekomstige barden hoe ze moeten leren dichten en zingen. Ook vertelt hij over de mythologie van de Noord-Europese volkeren, zoals de Oude Edda dat doet.
De Codex Regius – samengesteld rond 1275; een compilatie van toen al eeuwenoude Edda gezangen. De schrijver(s) baseerden zich mogelijk op teksten die inmiddels allang tot stof vergaan zijn. Dit is echter speculatie; toentertijd schreven muzikanten eigenlijk niet zozeer, men onthield.
Het kon natuurlijk niet anders: vroeg of laat moesten de leden van het legendarische ensemble Sequentia de uitdaging aangaan om de wijdverbreide muziektraditie van de oude Vikingen (onder wie de IJslandse skalds) aan de vergetelheid te ontrukken. Zij specialiseerden zich immers in middeleeuwse zangpraktijken. Maar hoe doe je zoiets? Vóór - en nog lange tijd ná – de ontdekking van de Codex Regius bestond er geen muzieknotatie. We weten doodgewoon niet ‘hoe de ouden zongen’. Een eerste begin voor een enigszins authentieke uitvoering van deze vroege muziek diende natuurlijk gemaakt te worden door zowel Snorri’s handleiding als de Codex Regius grondig te bestuderen. Zodoende kwam men in de juiste stemming. Daarnaast bekwaamden de Sequentia zangers zich voor zover mogelijk in de uitspraak van het Oud-Noors, zoals dat in het IJsland van vroeger eeuwen gesproken werd. Verder bestond er een summiere aanwijzing voor de settings van oud-IJslandse muziek in een boek van ene Benjamin de la Borde, geschreven in 1780. Dat was echter niet genoeg om een juiste indruk te krijgen van de oude gezangen. Sequentia wendde zich daarop tot de hedendaagse IJslandse rimúr, oftewel rijmpjes, die zich kunnen beroemen op een traditie die teruggaat tot aan de late middeleeuwen. Op die manier verkreeg het ensemble een set modale patronen waarmee ze aan de slag konden. Verder leverde de bestudering van de volksmuziek van de geïsoleerde Faeröer eilanden - van oudsher sterk beïnvloed door de cultuur van de Vikingen - een schat aan materiaal op.
Wat de instrumentale begeleiding van de songs betreft kon Sequentia terugvallen op een archeologische vondst van een lier/harp uit het Duitsland van de 7e eeuw. Door muziekhistorici wordt aangenomen dat het instrument in de middeleeuwen bekend was in grote delen van Europa, dus ook in Scandinavië.
Ook de in de Noorse volksmuziek niet weg te denken hardingfele speelt een rol in de totstandkoming van Sequentia’s herschepping van de gezongen Edda; er zijn namelijk aanwijzingen dat deze viool, ontstaan in de 17e eeuw, in feite afstamde van een veel ouder instrument. We mogen er derhalve van uitgaan dat de hedendaagse volksmuziek in Noorwegen, als gespeeld op de hardingfele, nog overblijfselen bevat van de vroege muziek van de Vikingen.
Hierboven hebben we slechts een korte indruk weergegeven van wat Sequentia allemaal heeft moeten ondernemen om de IJslandse klanken van een voorbij millennium te doen herleven. Barbara Thornton, samen met Benjamin Bagby de muzikale directeur van het ensemble, heeft de afronding van het project helaas niet meer mee mogen maken. Doodziek als ze was gaf ze tijdens de opnames nog een aantal gloeiende vertolkingen weg, maar ze stierf kort voordat het album ‘Edda – Myths from Medieval Iceland’ gepubliceerd werd.
Zondagavond hoort u in Oud Anders ‘Á fellr austan um eitrdala’ van deze gedenkwaardige plaat. Waar die lange song binnen de epiek van de Edda precies over gaat is het onderwerp van een ander artikel.
PLAYLIST OUD ANDERS, ZONDAG 29 SEPTEMBER 2019 OP AAFM, 19.00 - 20.00 UUR
01 Suite in C minor for Lute, BWV 997 I. Prelude - J.S. Bach - 3.28
Bach componeerde zijn luitsuites niet met de luit in de hand, maar gezeten achter een instrument dat op zijn Duits Lautenwerck heet, i.e. een klavecimbel met de klank van een luit. Uitvoeringen op de luit zelf dienen aangepast te worden, omdat ze anders vrijwel onspeelbaar zijn. Jacob Lindberg doet dit met BWV 997, wwarvan u de prelude te horen krijgt
02 Mambo Koyama - Art Pepper - 6.42
What’s in a name? Mambo Koyama van Pepper’s Art Pepper Today bevat een gepeperd, oppeppend jazz ritme dat in deze tijd geschreven zou kunnen zijn. Het is van 1978
03 Blue's Gaen Oot O the Fashion - The Unthanks - 4.29
Folkzangeres Rachel Unthank en haar zusjes zingen over een meisje dat voor haar kleding vast wil houden aan de kleur blauw, terwijl rood eigenlijk in de mode is. Dit omdat haar vriendje een zeeman is, en zeeleiden dragen blauw. Een ontroerend liefdeslied
04 Onward 76 - Eliane Radigue - 2.43
De werken van de Franse elektronische componiste Eliane Radigue zullen niet door iedereen gewaardeerd worden. Er gebeurt op het eerste gehoor vrij weinig in haar muziek; het lijkt wel één langgerekte toon. Toch zijn er wel degelijk verschuivingen te horen. We draaien Onward 76 verderop in de uitzending nogmaals, maar dan achterstevoren
05 Tasnif Parvaneh Sho - Hossein Alizadeh & Djivan Gasparyan - 7.12
Hossein Alizadeh uit Iran bespeelt de shurangiz, een 6-snarig instrument van eigen maaksel, gebaseerd op de traditionele 3-snarige Perzische luit de setar. Gasparyan is de meester van de Armeense duduk, een soort hobo met een fraaie, melancholieke klank. In 2005 brachten ze het album Endless Vision uit, dat voor een Grammy genomineerd werd. Van dat album draaien we Tasnif Parvaneh Sho
06 Wail - John Luther Adams - 7.12
De Amerikaanse componist John Luther Adams verhuisde in zijn functie van natuurbeschermer naar Alaska. De natuur van deze staat inspireerde hem voor zijnn werken. Zijn compositie Wail staat op het album The Mathematics of Resonant Bodies uit 2006
07 Nature Boy - Nat King Cole - 2.54
Nature Boy werd geschreven door Eden Ahbez, een man wiens levensstijl de latere hippies tot voorbeeld zou dienen. Nat King Cole was de eerste die het op de plaat zette. Prachtige melodie, gezongen door een man met een fluwelen stem
08 Á Fellr Austan Um Eitrdala: The Prophecy of the Seeress - Sequentia - 11.33
- zie boven -
09 Georgie Buck - Elizabeth Cotten - 3.01
Blueszangeres en gitariste Elizabeth Cotton was al 64 toen ze haar originele songs eindelijk uit kon brengen. Shake Sugaree en Freight Train maakte haar geliefd onder alle lagen van de Amerikaanse bevolking. Hier een ander nummer van haar hand: Georgie Buck
10 Backward 76 - Eliane Radigue - 2.41
- zie track 04 -
11 Still Raining, Still Dreaming - The Jimi Hendrix Experience - 4.26
We sluiten de uitzending af met een nummer van Jimi Henrix’s Electric Ladyland-50th Anniversary Deluxe Edition: Still Raining, Still Dreaming