Donderdag 11 oktober 2018
God schiep de mens naar zijn evenbeeld, zo heet het. De ongelovigen onder ons nemen echter het tegenovergestelde standpunt in: volgens hen was het de mens die een soort uitvergrote reflectie van zichzelf de stratosfeer in projecteerde. God als een oogverblindende, menselijke creatie, die vervolgens almachtig en allesbepalend werd verklaard; op die manier konden wij mensen onze verantwoordelijkheid voor het aardse wel en wee gemakzuchtig van ons afschuiven. We willen graag geloven dat we het leed in deze wereld niet uitsluitend aan onszelf te wijten hebben. God dient dan ook als een excuus voor ons onvermogen om met goed en kwaad om te gaan. De wegen van het gefabriceerde opperwezen achter de sterren zijn immers ondoorgrondelijk. Hij bedeelt ons met voor- en tegenspoed, en doet dat klaarblijkelijk even willekeurig als Vrouwe Fortuna. Dankzij Hem hoeven we niet meer te begrijpen wat ons allemaal overkomt.
Goede en slechte eigenschappen, God en de goden hebben ze in het kwadraat. Onze eigen Lieve Heer komt er wel wat beter vanaf dan zijn heidense collega’s. Hij drinkt niet, bezondigt zich niet aan vunzige wellust, en volgens Einstein dobbelt hij al evenmin. Nu ja, een cynicus zou erop kunnen wijzen dat Hij hier en daar wel degelijk oren had naar een een worp met de teerlingen. Zo werd de arme Job de inzet van een gokspel tussen God en de duivel. Als u stelt dat het voor de alwetende God van tevoren al vaststond dat Job hem nooit zou afvallen, dan zult u moeten toegeven dat het hele spelletje overbodig was geweest. Waarom toch deze voorbeeldige gelovige zó ongenadig hard treffen met de ene ramp na de andere? Een ‘Gaat heen, Satan’ had kunnen volstaan toen de duivel de weddenschap wilde afsluiten. Kortom, Gods handelwijze lijkt hier onnodig wreed.
De Griekse goden zijn nog wreder. ‘You don’t kick a man who is lying down’, zeggen de Engelsen, maar de bewoners van de Olympus hebben lak aan deze boodschap. Die beginnen pas met trappen wanneer iemand plat voorover ligt. Als voorbeeld vatten we in het kort het tragische lot van Marsyas samen, zoals beschreven door Xenophon en Ovidius.
Marsyas was een sater, een wezen dat het midden houdt tussen een mens en een bok. Saters waren doorgaans voortreffelijke fluitspelers. Zo ook Marsyas. Die vond zichzelf zó goed dat hij Apollo, de god van alle kunsten, uitdaagde tot een muzikaal tweegevecht. Voor deze match hield Marsyas het natuurlijk bij de fluit, terwijl Apollo de lier prefereerde. Dat maakte op zich niet zoveel uit. Voor het verloop van de wedstrijd ging het er maar om wie van de twee de grootste vaardigheid op het instrument van zijn keuze aan de dag legde. Even leek het erop dat Marsyas zou winnen, maar toen Apollo liet zien dat hij zijn lier ondersteboven gehouden kon bespelen, beet Marsyas in het stof.
En nu komt het: in plaats van zijn verslagen tegenstander een waardige aftocht te gunnen, meende Apollo hem voor zijn overmoed te moeten straffen. Hoe had het mensdier de superioriteit van een god in twijfel durven trekken? Hij nam wraak door de arme sater levend te villen. Ook hier hebben de Engelsen wat over te zeggen, namelijk ‘That’s not Cricket, Sir’. Maar ja, een god kan doen en laten wat hij wil. Niets onmenselijks is hem vreemd.
Alphons Diepenbrock (1862 – 1921), naast componist summa cum laude afgestudeerd in de klassieke talen, verwerkte deze mythe in zijn toneelmuziekstuk Marsyas. Als uitgangspunt nam hij echter niet het verhaal van bovengenoemde auteurs Xenophon en Ovidius, maar een aangepaste versie ervan in een blijspel geschreven door Balthasar Verhagen. Deze jongeman kende Diepenbrock van vroeger. De componist was zijn leraar Grieks en Latijn geweest. Of dat een vreugdevolle samenwerking tot stand heeft gebracht valt te betwijfelen; bronnen vermelden namelijk dat Diepenbrock zijn stempel op de productie drukte. Daarbij trok hij zich weinig aan van de zienswijze van zijn oud-leerling. De muziek pakte daardoor wat zwaarwichtiger uit dan voor een blijspel eigenlijk de bedoeling is. Dat neemt niet weg dat Marsyas heel mooi is geworden. Diepenbrock kon er wat van. Deze autodidact bij uitstek wordt door velen niet voor niets gezien als de grootste Nederlandse componist na Jan Pieterszoon Sweelinck.
Zondagavond draait Oud Anders de prelude van dit werk, getiteld ‘Het Ontwaken van Marsyas in de Lente’. Het stuk vertoont de kenmerken van de laat-Romantiek als wel van het impressionisme. Diepenbrock hanteerde meerdere stijlen zonder zich erdoor te laten definiëren.
PLAYLIST OUD ANDERS, ZONDAG 14 OKTOBER 2018 OP AAFM, 19.00 - 20.00 UUR
01 Dinkis - Auli - 4.22
New Folk uit Letland. De groep Auli bestaat uit zes doedelzakspelers, drie drummers en een bassist. Traditionele elementen worden hier gemengd met rock
02 Por Se Ssedaa - Cyminology - 5.24
De jazz band Cyminology werd vernoemd naar zijn zangeres, de Duits/Iraanse Cymin Samawatie. Haar teksten zijn dikwijls afgeleid van oude Perzische gedichten
03 Flashbulb History - Arnold Dreyblatt & The Orchestra of Excited Strings - 5.37
Minimal componist Arnold Dreyblatt spant de snaren van zijn instrumenten extra strak aan. Dat geeft een apart, vervormd geluid
04 Suite de Branles simples à 4 - Ensemble Doulce Memoire - 3.58
De branle is een dans uit het Frankrijk van de 16e eeuw. Het woord betekent ‘wiebelen’
05 Mana Lopu Laidara - Auli & Tautumeitas - 2.37
Zie track 01: nogmaals de Auli uit Letland. In dit nummer begeleidden ze de zes zangeressen van de groep Tautumeitas. Volksliedje met een modern tintje, dat zomaar mee kan doen aan het Eurovisie Songfestival en dan nog hoog eindigen ook
06 From Nothing Part 5 - Chick Corea - 2.17
Seriële muziek van Chick Corea. Ja, dat kan deze begaafde pianist ook. From Nothing zouden we kunnen vertalen met ‘uit het niets’, dat eventueel een ironisch commentaar op dit soort muziek zou kunnen inhouden
07 Morning light - Stuart Dempster - 9.52
Tien trombones in een in onbruik geraakt ondergronds waterbasin. Met een reverb van 45 seconden klinken de instrumenten bijna ‘eindeloos’
08 Gazing - Love - 2.42
De Amerikaanse formatie Love uit de jaren ’60 wordt gezien als een van de beste psychedelische bands aller tijden. De groep heette het antwoord op Sgt. Pepper te zijn
09 Prelude: Marsyas' Awakening in Spring - Alphons Diepenbrock - 7.18
- zie boven -
10 Miaoling Chunzao - Shao Lin - 3.51
De ehru is een tweesnarige viool die tot de populairste klassieke muziekinstrumenten van China behoort. Shao Lin vertolkt Miaoling Chunzao, de Lente op de Berg Miao
11 La Mer Bleue - Theodore Lotis - 5.35
Theodore Lotis werkt en woont op het eiland Corfu. Hij is een van de oprichters van de Helleense Vereniging voor Elektroakoestische Muziek. U hoort La Mer Bleue, dat staat op zijn in 2008 verschenen cd Epoque de l’Eau – tijdperk van het water
12 How Did the Feeling Feel to You - Karin Dalton - 2.55
Zangeres Karin Dalton was een graag geziene verschijning in de Greenwich Village folk music scene te New York, waar onder anderen ook de jonge Bob Dylan deel van uitmaakte. Ze had een hese stem die een beetje aan die van Billie Holiday deed denken. Het nummer is van haar in 1969 verschenen album It’s So Hard to Tell Who’s Going to Love You Best