Donderdag 27 september 2018
In de wereldliteratuur wemelt het van de ongelukkigen die zichzelf uit liefdesverdriet van het leven beroven. Shakespeare, Goethe en natuurlijk de antieke auteurs uit de oudheid beschreven de amoureuze verdwazing tot-de-dood-erop-volgt zó indringend, dat sociologen hen verwijten een trend te hebben gecreëerd. Hun fictie zou als een uithangbord de wankelmoedige jongeling de weg wijzen naar een even radicale als onomkeerbare oplossing voor zijn of haar zielepijn.Zelfvernietiging als enige uitweg voor zoiets triviaals als een blauwtje lopen? Zonder de letteren zou dit soort ellende zich nauwelijks voordoen in de ons omringende werkelijkheid, zo wordt er wel eens gedacht.
Er zijn echter wetenschappelijke aanwijzingen dat de obsessie waarmee verliefdheid gepaard gaat ooit een bepaalde functie had. Zo was de wereld in de prehistorie uiterst vijandig en kon een stel zich alleen maar via een relatie van wederzijdse afhankelijkheid een weg door het leven slaan. Het brein ontwikkelde daartoe een reeks chemicaliën om geliefden in staat te stellen zich met uitsluiting van alles en iedereen op elkaar te richten. We kunnen hier spreken van een min of meer zinvolle verslaving aan de ander, hetgeen in het gunstigste geval een symbiose oplevert die voor beide individuen voordelig uitpakt. De keerzijde: diezelfde stofjes in de hersenen zorgen ervoor dat iemand ten onder gaat als zijn gehoopte tweelingziel de benen neemt. Hij of zij is immers verslaafd en kan niet zonder de ander. Treurnis alom.
Inderdaad, wat een verdriet. Goethe begreep het als geen ander. Duitslands grootste dichter heeft zijn populariteit voornamelijk te danken aan dat ene vermaledijde werkje, getiteld ‘Die Leiden des Jungen Werthers’. Daarin wordt de hoofdpersoon verliefd op een vrouw die hij nooit zal krijgen. Ondragelijk gekweld door dit besef maakt hij er ten slotte een eind aan. De pessimisten onder de sociologen hebben hier gelijk: toen het boek het levenslicht zag haastten drommen jongeren zich naar de wapenwinkels, waarna hen de kogels niet om, maar tussen de oren vlogen. Goethe’s beschrijving van de zelfverkozen liefdesdood had dus een voorbeeldfunctie.
Men nam het hem niet in dank af. ‘Werther’ heeft toentertijd tot de nodige maatschappelijke verontwaardiging geleid.
De geschiedschrijving rept niet over een dood en verderf zaaiend effect onder de Britse jeugd na het verschijnen van Shakespeare’s ‘Romeo and Juliet’. Het verhaal ligt dan ook wat anders. Niet één, maar beide personen in kwestie hunkeren naar elkaar, en de dubbele zelfmoord van de geliefden komt voort uit een tragisch misverstand.
De plot: Juliet ligt opgebaard in een grafkelder, maar heeft het tijdige nog niet voor het eeuwige ingewisseld. Ze heeft een middel ingenomen dat een soort schijndood opwekt. Ze wilde op die manier aan haar familie ontsnappen, opdat ze zich later met Romeo kon verenigen. De jongen heeft echter geen weet van dit plan; hij meent dat zijn geliefde werkelijk overleden is. Overmand door verdriet komt hij aan in de grafkelder en vergiftigt zichzelf. De arme Juliet ontwaakt uit haar roes, ziet het lijk van Romeo en stoot zijn dolk in haar borst. U ziet het, er is hier sprake van de ene dwaling na de andere. Het is het allemaal zo triest dat het bijna een klucht wordt. Monty Python had het kunnen bedenken, en dan hadden we ons allemaal rot gelachen.
Dat de liefde ook stevige persoonlijkheden ten gronde kan richten wordt wel bewezen door de Romeinse schrijver Vergilius. In zijn ‘Aeneas’ presenteert hij de Noord-Afrikaanse koningin Dido, nota bene de stichter van Carthago, als een vrouw met rotsvaste overtuigingen. Ze beschikt over een sterke wilskracht en weet alles van iedereen gedaan te krijgen. Maar niet van die ene held uit Troje...zodra Aeneas aanspoelt op de kust en de koningin ontmoet, wordt ze verliefd op hem. Hij ook op haar, dat wel. Zijn liefde is echter niet sterk genoeg om weerstand te kunnen bieden aan de voorspelling die hem ooit gedaan werd. Die luidde dat hij aan de andere kant van de Middellandse Zee de fundamenten voor het grootste rijk aller tijden zou leggen: Rome!
Aeneas laat zijn ambitie over zijn liefde prevaleren en verlaat Dido. Zonder hem heeft haar leven geen zin meer, zo denkt de wanhopige koningin; ze besluit haar leven te beëindigen. Voordat ze zichzelf in het zwaard stort vervloekt ze hem. Eeuwen later zou deze vloek tot de historische Punische oorlogen leiden. Hannibal Ad Portas, en het kwam allemaal door Dido en Aeneas.
De Engelse componist Henry Purcell verhaalde in zijn zangspel ‘Dido and Aeneas’ over de lotgevallen van koningin Dido en de Trojaanse vluchteling Aeneas. Zondagavond hoort u in Oud Anders tot tweemaal toe Dido’s aankondiging van haar zelfmoord, ‘When I Am Laid In Earth’. We beginnen ons uur met de uitvoering van Veronique Gens uit 1994. Die is zonder meer fantastisch, maar toch: de interpretatie van Janet Baker uit 1961 is onovertroffen.
PLAYLIST OUD ANDERS, ZONDAG 30 SEPTEMBER OP AAFM, 19.00 - 20.00 UUR
01 Dido & Aeneas: When I Am Laid in Earth (Dido = Veronique Gens) - Henry Purcell - 3.47
- zie boven -
02 Blue Serge - Stan Getz - 3.41
Vriendelijk, romantisch nummer van meestersaxofonist Stan Getz. Blue Serge is van zijn album Another World. De song werd oorspronkelijk geschreven door Duke Ellington’s enige zoon Mercer Ellington
03 The Ivanov Suite: Trumpet Dream - Roger Reynolds – 4.06
Spel op de trompet subtiel ondersteund door elektronica
04 Dhamavati - Susheela Raman - 5.35
Susheela Raman verenigt jazz en blues met Zuid-Indiase Karnatische muziek. Fantastische stem
05 Short Film for David - Beaver & Krause - 5.27
Paul Beaver en Bernie Krause, pioniers van de moog synthesizer in de rock muziek, deden dingen die nu heel gewoon zijn, maar tentijde van het uitbrengen van hun album Ghandarva volstrekt uniek
06 Laudes Debitas Deo - Schola Solensis - 2.33
Gregoriaans van oude Noorse en IJslandse bronnen gebracht door het ensemble Schola Solensis, dat opgericht werd ter gelegenheid van de herbouwing van een middeleeuwse kerk in het Zuid-Noorse stadje Sola
07 Rays of Light - Tigram Hamasyan - 3.46
De Armeense componist en pianist Tigram Hamasyan integreert de rijke melodieuze traditie van zijn vaderland met jazz, ambient en klassieke muziek. Op zijn plaat ‘for Gyumri’, een ode aan zijn geboorteplaats die zo heet, maakt hij subtiel gebruik van elektronische effecten om muzikale vergezichten te creëren
08 Where Have All The Black Men Gone - Lillian Glinn - 3.00
Contralto Lillian Glinn beschikte over een van de fraaiste stemmen in de vooroorlogse blues
09 Arrangements für 1-4 Blockflöten - Kazimierz Serocki - 10.27
Dreiklan Berlin bestaat uit een drietal vrouwen die composities voor blokfluit uitvoeren. Hier wordt het een stuk van de moderne Poolse componist Kazimierz Serocki
10 Brothers - Ry Cooder - 2.08
De Duitse filmregisseur Wim Wenders maakte in 1984 zijn best ontvangen film, getiteld Paris, Texas. Daarin wordt het verhaal verteld van een man die aan geheugenverlies lijdt en stukje bij beetje zijn herinneringen weer terugkrijgt. De Amerikaanse gitarist Ry Cooder maakte de soundtrack van deze film. Daarvan het nummer Brothers
11 Carukesi - Bela Fleck, Vishwa Moham Bhatt & Jie-Bing Chen - 6.42
Banjospeler Bela Fleck is nooit te beroerd om een uitstapje te maken naar exotische muziekculturen. Hier speelt hij samen met Jie-Bing Chen, een virtuoze op de Chinese tweesnarige viool de ehru. Ze worden bijgestaan door Vishwa Moham Bhatt, een muzikant die een Indiase versie van de Hawaiiaanse gitaar ontwierp
12 Dido & Aeneas: When I Am Laid in Earth (Dido = Dame Janet Baker) - Henry Purcell - 4.07
- zie boven -