Donderdag 28 maart 2013
Hoewel ‘Ton Bruynèl’s compositie ‘Serene’ ondergebracht moet worden in de categorie elektroakoestische muziek, wijkt het stuk af van wat er gewoonlijk onder deze term verstaan wordt. Waar andere beoefenaars van deze discipline uitsluitend werkten met tapeopnames van alledaagse geluiden – bijvoorbeeld het tikken tegen een glas, het dichtslaan van een deur e.d. – herintroduceerde de Utrechtenaar het traditionele instrument in de Musique Concrète.Dit betekende niet dat Bruynèl in zijn composities afstand deed van niet-instrumentale klanken; die hadden immers dankzij pioniers als Pierre Schaeffer en Edgar Varese hun bestaansrecht binnen de klassieke muziek verworven. En evenals zijn grote voorgangers was Bruynèl ervan overtuigd dat muziek de geluidswereld in haar geheel diende te omvatten….maar daar hoorden dus de ons bekende muziekinstrumenten ook bij, zo concludeerde hij. Die opvatting verschilde nogal met die van de volgers van de harde lijn onder de elektroakoestische componisten. Zij zweerden alles af wat thuishoorde in het traditionele orkest. Dit had echter een niet onbelangrijk nadeel. Zoals Bruynèl het ooit kernachtig samenvatte na afloop van een concert met elektroakoestische muziek: “interessant hoor, maar je zit verder twee uur lang naar je schoenveters te staren”. Met andere woorden, zijn besluit om deels terug te keren naar de mooie klanken van gewone instrumenten had ook nog eens met de concertpraktijk te maken. Er viel voor de bezoeker van een elektronisch muziekevenement immers niet veel meer te zien dan “bandrecorders naast een paar verlichte palmbomen”. En waarom gaat men nu eigenlijk naar een concert? Toch vooral om muzikanten bezig te zien!
En zo beginnen we het stuk ‘Serene’ met het ritmische roepen van een uil, afkomstig van een bandopname die Bruynèl zelf gemaakt had tijdens een vakantie in de Languedoc. Vervolgens ontwikkelt zich een sprookjesachtige magie: een fluitspeler van vlees en bloed doet zijn intrede en vermengt zijn klanken met die van de uil. Op de achtergrond horen we het ruisen van het bos, gekwinkeleer van vogels en het aanhoudende deinen van in de studio gegenereerde synthesizergeluiden. Het geheel vormt die typische, gevoelvolle harmonie van klanken waarom Bruynèl bekend stond; hij kon totaal verschillende geluidsbronnen heel knap met elkaar verenigen.
Deze prachtige compositie betovert de luisteraar, en een intense, bijna mystieke natuurervaring wordt zijn deel. Na zes minuten zitten we in een andere wereld. Veel mooier kan electroakoestische muziek niet worden.
Playlist OUD ANDERS, zondag 31 maart 2013
01. Logitanion for Organ and Electronics - Mogens Christensen – 4.50
02. Infidelity (Only You) - Skunk Anansie – 5.59
03. All' o Phoibe – Gardzienice – 5.12
04. Serene - Ton Bruynèl – 5.52
05. 17 West - Eric Dolphy – 4.52
06. Sun Going Down - The Tea Party – 6.30
07. Snow Storm - Masayoshi Fujita – 6.17