Donderdag 7 september 2017
Honderden jaren geleden werd muziek in onze westerse samenleving beschouwd als een ambacht. Het vak werd van vader op zoon doorgegeven, en zo ontstonden er families die tientallen, zo niet honderden jaren maatgevend waren voor de toonkunst in Europa. Het bekendste voorbeeld van zo’n muzikaal geslacht was natuurlijk de familie Bach, maar ook de Couperins en de Scarlatti’s bouwden aan een indrukwekkende stamboom van muzikanten en componisten.Dit beeld van een enkele familie die de haar gegeven talenten generaties lang zorgvuldig onderhield is bij ons goeddeels verdwenen. Grote muzikanten lijken tegenwoordig welhaast uit het niets te komen. Mogelijk is dat een gevolg van de jaren ’60, toen de jeugd muziek begon te zien als een manier om zich af te zetten tegen het establishment. Dit gaf hen een identiteit die meer behelsde dan het kunstzinnig doel alleen. Die veranderende waarde van de muziek deed ook jongeren die over weinig aanleg beschikten naar de gitaren grijpen. Muziek werd gemeengoed, en tallozen verwarden dat felbegeerde rebelse imago met werkelijke muzikaliteit. Samengevat kunnen we stellen dat de Flower Power weliswaar vele fantastische artiesten heeft voortgebracht, maar tegelijkertijd genadeloos afrekende met de talentlozen. En die zijn altijd in de meerderheid.
Zoals het bij ons in de tijd van Bach ging, zo gaat het in India nog steeds. De meest begaafde artiesten aldaar behoren vrijwel zonder uitzondering tot families wier muzikale wortels eeuwenoud zijn. Niet zelden heeft een kind een vader en/of moeder, tante, oom, grootvader, grootmoeder, enzovoorts tot betovergrootouders aan toe die allemaal muziek maakten.
Dit is het geval met Jayanthi Kumaresh, de artieste die zondag in Oud Anders aan het woord komt met een compositie van eigen hand. Als klein meisje van drie gaf Jayanthi al blijk van een speciale interesse voor de veena, het oeroude snaarinstrument van de Karnatische muziek waaruit later de Hindoestaanse sitar ontwikkeld werd. Jayanthi’s moeder, Lalgudi Rajalakshmi, is een Indiaas violiste die in haar hoedanigheid als muziekgoeroe vele bekende muzikanten heeft opgeleid. Ze nam de allereerste scholing van haar dochter op zich, maar verwees haar vervolgens naar tante Padmavathy Ananthagopalan, een algemeen erkend virtuoze op de veena. Tante Padmavathy werd Jayanthi’s goeroe.
De ambachtelijke relatie van de Indiase goeroe en discipel kunnen we enigszins vergelijken met het meester-leerling model van de westerse middeleeuwen en Renaissance. De student wordt niet alleen gedisciplineerd in de kunst van zijn keuze, maar wordt ook geacht zich op spiritueel en moreel vlak volledig in dienst te stellen van de maestro. En ja, huishoudelijke karweitjes horen daarbij; een leerling mag zich daar op grond van zijn of haar talent niet boven verheven voelen. De artiest als individualistische betweter bestaat namelijk niet op het Indiase subcontinent. Integendeel, het ego moet ingetoomd worden opdat de kunstenaar ontvankelijk wordt voor de goddelijke inspiratie. Want dat is klassieke muziek voor India: een manifestatie van diep gewortelde religieuze, ethische en filosofische waarden.
Al met al vergt dit model veel van de leerling, maar misschien nog meer van de goeroe. Het is immers diens verantwoordelijkheid om iemand op te leiden zonder schade te berokkenen. Er zijn er genoeg in India die zichzelf goeroe noemen, maar opereren als materialistische charlatans.
De opleiding van Jayanthi Kumaresh mag geslaagd genoemd worden. Haar spel is een wonder van sonoriteit, waarbij het lijkt alsof de veena uit zichzelf klanken genereert. En toch kunnen we haar persoonlijke hand herkennen. We horen hier namelijk muziek die weliswaar stoelt op de traditie, maar toch naar vernieuwing lonkt. En zo hoort het. Ook de oudste instrumenten moeten zich een plaats in deze moderne eeuw veroveren. Zolang hun eerbiedwaardige klank maar gewaarborgd blijft.
PLAYLIST OUD ANDERS, ZONDAG 10 SEPTEMBER 2017 OP AAFM, 22.00 - 23.00 UUR
01 Mist Weaving - VAS - 5.59
VAS maakte muziek die wel vergeleken wordt met die van Dead Can Dance, dwz. een soort archaische folk. De stem van Azam Ali, een Amerikaanse van Iraanse afkomst, doet niet onder voor die van Liza Gerrard
02 Chasse-neige - Franz Liszt (uitv. Nikolai Lugansky) - 5.50
Lugansky behoort tot de top van de jonge klassieke pianisten. Hier voert hij een van de moeilijkste stukken voor piano solo uit, t.w. Chasse-Neige van Liszt’s Études d'exécution transcendante
03 Who Won - Laurel Halo - 3.44
Vreemd wordt het met Laurel Halo, een van de meest originele popmuzikanten van het moment. Ze weet hoe ze elektronica moet gebruiken. Who Won is van haar recente album Dust
04 Idilico - Vicente Amigo - 4.36
Vicente Amigo is naast Paco de Lucia een van de best bekende gitaristen van de flamenco. U hoort het nummer Idilico van zijn album Tierra uit 2013.
05 For Amiri Baraka - Vijay Iyer Sextet - 3.22
Het is van belang om elke nieuwe plaat van jazzprofessor Vijay Iyer te volgen. Hij is een van die fenomenen die de jazz weten te vernieuwen. For Amiri Baraka is van zijn in 2017 verschenen plaat far From Over
06 Strings With No Ends - Jayanthi Kumaresh 12.08
- zie boven -
07 Tribute To Caesar - Arvo Pärt - 6.16
Het bijbelse verhaal van de strikvraag voor Jezus, over de belastingen die de joden zouden moeten betalen. Hij redde zich eruit aan de hand van een Romeinse munt, lees Mattheus 22
08 Golden Green - Agnes Obel - 3.58
De Deense Agnes Obel is een van de betere folkzangeressen van Europa. Het nummer Golden Green is van haar album Citizen of Glass uit 2016
09 Im Walde D.834 - Franz Schubert (uitv. Matthias Goerner) - 5.18
Bariton Matthias Goerner bewijst dat Schubert de grootste Lieder componist was die Duitsland ooit opleverde
10 Skjoldmøyane - Eplemöya Songlag - 6.40
Jazzangeressen Wenche Losnegård, Anja Eline Skybakmoen en de folkzangeres Liv Ulvik, alledrie uit Noorwegen, mengen traditionele folk met jazz, en wel op een zeer originele wijze. Het trio noemt zichzelf Eplemöya Songlag. We sluiten de uitzending af met een staaltje vocale vindingrijkheid van het drietal in het nummer Skjoldmøyane