Donderdag 12 januari 2017
Wie waren de Kelten? Die vraag is moeilijk te beantwoorden. De meeste historici zijn het er over eens dat het hier niet zozeer een volk betrof met een duidelijke etnische identiteit als wel een verzameling Europese groepen die zich vóór de Romeinse overheersing hoofdzakelijk taalkundig onderscheiden van de later zo dominante Germaanse volkeren. De Keltische cultuur ontstond ergens in de IJzertijd (ca. 800 v. Chr. tot het begin van onze jaartelling) en verspreidde zich vanuit Centraal Europa nagenoeg over het gehele continent. De Germanen, die tot ca. 400 AD een minderheid waren in Europa, bevonden zich min of meer boven hen, nl. in Noord-West Europa en het zuiden van Zweden. Na de Romeinse invasies en de grote Germaanse volksverhuizingen bleven er nog resten van de prehistorische Keltische beschaving over in Bretagne, Ierland, Schotland en Wales. Bewijzen daarvoor zijn te vinden in de Gaelic dialecten die in deze regio’s nog steeds gesproken worden, en die – althans op het eerste gezicht - zeer weinig verwantschap vertonen met onze grotendeels van het Germaans afgeleide moderne talen. Op het vasteland van Europa verdween de Keltische invloedssfeer vrijwel volledig. Behalve in Bretagne spreekt er niemand meer Gaelic.Heugelijk feit: tot op de dag van vandaag worden er nog regelmatig voorwerpen opgegraven die tot het culturele erfgoed van de Kelten behoorden. Zo werd er in november 2004 nabij het dorpje Tintignac (net onder midden Frankrijk) een belangrijke muzikale vondst gedaan. Geleerden stuitten er op onderdelen van zeven reusachtige hoorns, waarvan het vast staat dat ze door de Kelten gebruikt werden. De archeologische werkzaamheden vonden plaats op een zogeheten fanum, i.e. een Romeinse tempel die in de oudheid over een stuk geweide grond van de Kelten heen gebouwd was. Een van die prehistorische instrumenten bleek zelfs geheel compleet. Dankzij deze opzienbarende schat werd het mogelijk om een beeld te krijgen van de vorm en het functioneren van de oude Keltische oorlogshoorns. Tot dan toe had men overal in Europa slechts fragmenten van deze antieke trompet aangetroffen en moesten onderzoekers het doen met summiere beschrijvingen van het instrument in klassieke Romeinse teksten. Aan die teksten heeft de hoorn overigens wel haar naam te danken: de carnyx.
De carnyx was een grote bazuin met een lange, slanke hals die doorgaans in een sierlijk vormgegeven zwijnenkop eindigde. In veel gevallen bevond zich een kromming net boven het mondstuk, zodat het instrument bij het bespelen min of meer recht op kwam te staan. Op die manier stak het gevaarte boven iedereen en alles uit. Dat voegde het nodige toe aan de visuele dreiging die er van een aanstormende troep oorlogszuchtige Kelten uitging. Het geluid van de carnyx had overigens niets van doen met wat tegenwoordig voor Celtic music doorgaat. Dat laatste is een genre dat ergens rond 1600 ontstond. Over de prehistorische muziek van de Kelten weten we niets, ook al niet omdat het volk weliswaar tekens kende die enigszins aan een alfabet doen denken, maar er geen literaire traditie op na hield. Door de Kelten zelf werd ons dus niets overgeleverd dat hun muzikale gebruiken beschreef.
De gave hoorn van Tintignac vertelde muziekwetenschappers echter een duidelijk verhaal. Aan de hand van dit prehistorische model konden zij een perfect gelijkend instrument reconstrueren dat min of meer klinkt als een trombone, maar dan een toontje lager. John Kenny, een gelauwerd trombonist met een grote belangstelling voor oeroude Europese blaasinstrumenten, werd uitgenodigd om als eerste deze oorlogsbazuin te bespelen. Kenny kan het als geen ander. Het enige verschil tussen hem en de woeste Keltische krijgers van weleer is dat hij na de eerste klanken niet in zijn blootje met een zwaard om zich heen begint te maaien. Want zo trokken ze ten strijde, de Kelten: geen draad om het lijf en maar doorhouwen, zelfs als er geen tegenstander meer te bekennen viel. De militair zoveel beter georganiseerde Romeinen wisten er wel raad mee.
Zondagavond schalt de carnyx in Oud Anders. John Kenny en vier collega’s, allen gewapend met de aloude Keltische oorlogshoorn, maken er een strijdlustig kwintet van.
John Kenny bespeelt de Deskford carnyx. Anders dan het exemplaar van Tintignac stond die helemaal rechtop. Het geluid is echter hetzelfde
PLAYLIST OUD ANDERS, ZONDAG 15 JANUARI 2017 OP AAFM, 22.00 - 23.00 UUR
01. Solo 1 - Carl Stone - 10.19
Horen we hier een vliegtuig opstijgen? Zeker weten doen we het niet, maar hoog gaat het in ieder geval wel. Elektroakoestisch componist Carl Stone lijkt hier een verkenningsvlucht buiten de stratosfeer te maken
02. I'm on My Way to Atlanta - Freddy King - 3.39
Elektrische Chigaco blues uit de vroege jaren ’60. Freddy King heeft een grote invloed gehad op het gitaarspel van de Europese rockers
03. Dido & Aeneas: Ruin'd Ere the Set of the Sun/In Our Deep-Vaulted Cell/Echo Dance of Furies - Henry Purcell - 5.39
Eeen drietal delen uit een van de mooiste opera’s ooit geschreven, hier in de uitvoering van Sir Charles Mackerras en de mezzo-sopraan Tatiana Troyanos
04. Railway - Dando Shaft - 2.50
De Britse folkrock scene van eind jaren ’60 bestond uit meer dan alleen maar Pentangle en Fairport Convention. Dando Shaft heeft door interne strubbelingen weliswaar niet lang bestaan, maar ebhoorde wel degelijk tot de betere vertegenwoordigers van het genre
05. Functional - Thelonious Monk - 9.21
De maestro van het onnavolgbare ritme aan het woord in een piano solo. Monk was wat zijn muzikale opvattingen betreft zo eigenwijs dat hij nauwelijks kon leven van zijn muziek. Desondanks bleef hij rigoreus zijn eigen pad volgen
06. Fernando's Giampari – A Hawk and A Hacksaw - 5.51
Een ware Balkan folk furie van notabene een Amerikaans duo, de accordeonist Jeremy Barnes en violiste Heather Trost, bijgestaan door een blaasorkest en een ritmesectie
07. Dragon Voices - John Kenny & Tintignac Quintet - 3.35
- zie boven -
08. The Mockingbird - John Zorn - 5.46
Een harp, een vibrafoon, een glockenspiel en de gitaar van Bill Frisell leveren fraaie harmonieën op. Het Gnostic Trio speelt composities van John Zorn
09. Hurrian Hymns 4, 21 & 22 - Anonymous - 2.32
Het ensemble De Organographia brengt klanken uit het Sumerië van 1200 v. Chr. Interpretaties van een rudimentair muziekschrift vastgelegd op kleitabletten
10. Fado Do Lugar: Comum - Misia - 4.25
In afwachting van de terugkeer van de lente alvast een nummer van een genre dat we doorgaans met het zonnige zuiden associëren. Misia zingt een fado