Donderdag 2 juni 2016
Leuk stadje, het Zuid-Spaanse Algeciras. Dat was het althans in 1976, toen de schrijver van dit artikel er samen met een kennis verzeild raakte na een vergeefse poging om naar Marokko af te reizen. De haven van Tanger hebben we weliswaar bereikt, maar blijkbaar zag de Marokkaanse douane er weinig heil om om ons door te laten: we mochten de boot niet af. Per ommegaande dienden we terug te keren naar Spanje. Een reden voor dit toegangsverbod werd niet gegeven. Misschien was het maar goed dat we er niet binnenkwamen. Meende de douane ons misschien te moeten beschermen tegen naderend onheil? De kans dat we in Tanger ten prooi zouden vallen aan misdadigers van allerlei slag was nogal groot, want wat zagen we eruit! Lange, klittende haren, kleren waar geen draad meer aan heel was, en bovenal die weerloze, verloren blik in de ogen. Iedereen moest wel denken dat we Marokko uitsluitend voor de kif kif wilden bezoeken - en daarbij niet in zeven, maar in twaalf sloten tegelijk zouden lopen.
Het werd dus Algeciras. Omdat we nogal laat aankwamen in dit pittoreske plaatsje, sloofden we ons niet meer uit om een camping te zoeken. We besloten de nacht in de haven door te brengen. Slapen op het harde beton. Nu kunnen jonge ruggen daar voor ’n keer wel tegen, maar geslapen hebben we niet. Dat kwam omdat we voortdurend aanloop hadden van lieden voor wie tegenwoordig in de reisgidsen gewaarschuwd wordt: zwerfjongeren, junks en wat dies meer zij. Niet dat we van hen wat te vrezen hadden. Ze beschouwden ons als soortgenoten. Per slot van rekening stond het woord ‘stoned’ als het ware op ons voorhoofd geschreven, net als bij hen.
Onze nieuwe vrienden waren heel nieuwsgierig naar de inhoud van onze rugzakken. Of we soms ook hasj bij ons hadden? LSD? Speed misschien? Nee, natuurlijk hadden we dat niet. Dictator Franco’s overlijden dateerde alweer van acht maanden terug, maar daarmee was het land nog niet onmiddellijk in een paradijs van vrijheid en democratie veranderd. Elke tiende volwassen man die je op de straten van Spanje tegenkwam droeg nog steeds de omineuze pet van de Guardia Civil. Je wilde niet voor een gram spul in een Spaanse cel terechtkomen. Met een beurs geslagen gezicht wel te verstaan, want de garde stond nou niet bepaald bekend om zijn zachtzinnigheid. We schrokken dan ook toen er een paar wagens stopten en die petten eruit opdoken. Gelukkig bleef de politie ons groepje slechts enkele minuten op afstand in de gaten houden. Er gebeurde verder niets. Voor onze gesprekspartners was dit echter het sein om zich naar elders te begeven.
De volgende dag doken we de volkswijken van Algeciras in. We aten ergens op een plaza een fantastische viergangen maaltijd voor vijf gulden, bewonderden de fraaie bouwstijl met Moorse invloeden van het plaatsje en genoten van de hartelijkheid van haar bewoners. Ook vonden we een aardige camping. Alles bij elkaar werden het een paar van de beste vakantiedagen van die zomer.
We wisten toentertijd nog niet dat Paco de Lucia in Algeciras opgroeide. Of hij er tijdens ons verblijf in de stad nog woonde lijkt niet aannemelijk, want de man gold al sinds het midden van de jaren ’60 als ’s werelds grootste flamenco gitarist; muzikanten van dat kaliber wonen overal en nergens. Zouden we hem dan toch ontmoet hebben, dan was dat beslist op een teleurstelling uitgelopen. Immers, een genie dat met een missie bezig is – in de Lucia’s geval het ontwikkelen van een geheel nieuwe flamenco stijl – heeft weinig geduld met een paar dwaze types die nog hippies wilden wezen toen de Flower Power beweging allang op haar rug lag.
Paco hebben we nooit gezien, zelfs niet in zijn geboortestad. Zijn schitterende muziek kennen we daarentegen des te beter. Zondagavond presenteert Oud Anders ‘La Caleta’ en ‘Anda Jaleo’, twee nummers die hij speelt samen met collega-virtuoos Ricardo Modrego.
Playlist OUD ANDERS, zondag 5 juni 2016 op AAFM, 22.00-23.00 uur
01. La Caleta - Paco de Lucia & Ricardo Modrego - 3.41
02. Offering of Tea - Gyuto Monks Tantric Choir - 5.26
03. Little Pink - Kaia Kater - 4.01
04. Danse Macabre op. 40 - Camille Saint-Saëns - 6.54
05. Zsavtar Mamo - Szilvasi Gipsy Folk Band - 3.42
06. Sinfoniae voor orgel no. 4 - Wolfgang Rihm - 3.43
07. Harmony between Man and God - Chen Lei - 5.09
08. Demoofonte: Sperai vicino il lido - Christoph Willibald von Gluck - 7.40
09. Song With Forked Harp Accompaniment - anonieme Peulzangers - 3.14
10. Anda Jaleo - Paco de Lucia & Ricardo Modrego - 4.00
11. 12 Hard Time Killing Floor - Pura Fe - 4.37