Donderdag 7 april 2016
Bladerend door het grote boek van de cultuurgeschiedenis wordt menigeen door weemoed overvallen zodra hij aanbelandt bij het hoofdstuk van de in de knop gebroken talenten. De Engelse dichter Percy Bysshe Shelley verdronk op de leeftijd van 30 jaar; zijn landgenoot John Keats was zelfs niet ouder dan 26 toen hij overleed aan de gevolgen van TBC. Beiden stierven voordat hun creatieve genie tot volle wasdom had kunnen komen. Eenzelfde tragisch lot was de Italiaanse musicus Giovanni Battista Pergolesi beschoren. Deze veelbelovende componist, gedurende zijn korte leven steeds geplaagd door problemen met zijn longen, werd tenslotte door zijn kwalen achterhaald en stierf aan TBC toen hij pas 26 jaren telde. En zoals dat gaat, sloeg het cynisme van de kunstwaardering toe: de man was nog niet begraven (op een armenkerkhof, net zoals Mozart een halve eeuw na hem) of hij werd op slag wereldberoemd.
Tijdens zijn leven hadden de critici nauwelijks positief geoordeeld over het kortademige, hinkende jochie uit Napels dat ook zo nodig muziek moest maken. Bij zijn dood realiseerden diezelfde critici zich met een schok dat de wereld een kunstenaar had verloren die evenveel in zijn mars had als Vivaldi. In potentie dan, want een talent moet rijpen; en helaas waren Pergolesi de jaren niet gegund om even goed te worden als zijn beroemde tijdgenoot. Dat neemt niet weg dat de jongeling ons een aantal vocale werken naliet die tot op de dag van vandaag gerekend worden tot het allermooiste dat er in het klassieke repertoire te vinden is. Gevoel voor melodie en de naam Pergolesi zijn vrijwel synoniem.
De groei in populariteit van Pergolesi’s Stabat Mater voltrok zich als een kernexplosie. Tot op de dag van vandaag voelen we er de naschokken van. Kijken we naar de omstandigheden waaronder hij het schreef, dan dringt zich de vergelijking met Mozart nogmaals op. Volgens de legende werkte het fenomeen uit Salzburg op zijn sterfbed aan het Requiem; het Stabat Mater was de zwanenzang van Pergolesi. De Italiaan voltooide het laatste deel toen hij nauwelijks meer kon ademhalen. Dit gegeven zal ongetwijfeld hebben bijgedragen aan de waardering van het stuk. Het spreekt immers voor zich dat een beetje mens zijn hart opent voor de laatste noten van een te vroeg gestorven musicus. En die ontvankelijkheid wordt beloond: de luisteraar krijgt in het Stabat Mater een serie solo’s en duetten te horen, zó wonderschoon dat hem weinig anders rest dan om zich “in Tränen Nieder zu Setzen”. Let wel, dit vrijelijke citaat uit de Matthäus Passion gebruiken we hier niet voor niets. Ook Bach was onder de indruk van Pergolesi. De Duitse maestro zou een aantal thema’s van de Italiaan in zijn eigen composities verwerken.
Zondag kunt u in Oud Anders luisteren naar niet minder dan zeven delen uit Pergolesi’s Stabat Mater. Als zo vaak wanneer klassieke muziek aan de orde komt, is er een luxe probleem: welke versie in godsnaam te kiezen? Er zijn zoveel prachtige uitvoeringen gemaakt. Na veel wikken en wegen hebben we besloten om u een opname uit 1999 te laten horen, met countertenor Andreas Scholl en sopraan Barbara Bonney. Ze worden begeleid door het ensemble Les Talens Lyriques onder leiding van Christophe Rousset.
Playlist OUD ANDERS, zondag 10 april 2016 op AAFM, 22.00 - 23.00 uur
01. Katie Cruel - Bert Jansch - 2.59
02. Stabat Mater: Stabat Mater - Pergolesi - 4.09
03. From Nothing - Chick Corea - 5.21
04. Pretty Boy Floyd - Woody Guthrie - 3.09
05. Stabat Mater: O Quam Tristis/Quis Est Homo - 4.48
06. Bedlam's Bluff - Buckethead - 3.15
07. Perpetuum Mobile (Allegro Gaiement) - Germaine Tailleferre - 3.14
08. Mooie Ogen - Dogtroep - 4.38
09. Stabat Mater: Sancta Mater - Pergolesi - 5.06
10. Jog Along Bess - Vashti Bunyan - 3.36
11. La Mere Bleue - Theodore Lotis - 5.35
12. Stabat Mater: Quando Corpus Morietur/Inflammatus et Ascensus/Vidit Suum Dulcem Natum - Pergolesi - 3.42