Donderdag 24 maart 2016
Het is niet ondenkbaar dat de naam Leo Ornstein u niets zegt. In de eerste decennia van de vorige eeuw maakte deze musicus en componist van Oekraïense afkomst echter furore als concertpianist. In zijn eentje introduceerde hij met een reeks verpletterende optredens de Europese avant-garde bij het Amerikaanse publiek. Namen als Debussy, Ravel, Bartok en Stravinsky werden dankzij hem gemeengoed onder de burgers van de USA. Kijkt u eens naar de in de titel vermelde jaartallen: Ornstein is stokoud geworden. Zijn laatste compositie schreef hij op 96-jarige leeftijd, en toen restten hem nog twaalf jaren van welverdiende rust. Hoe kon het gebeuren dat zijn naam in de vergetelheid raakte? Hieronder proberen we het te verklaren. Of iemand nu over grote talenten beschikt of niet, beroemd worden gaat meestal niet vanzelf. Op weg naar de onsterfelijkheid doet een kunstenaar er goed aan om niet alleen de discipline van zijn keuze naar beste vermogen te ontwikkelen, maar ook om inzicht te verwerven in marketing principes.
Om enige naamsbekendheid te verkrijgen stond er voor de grote klassieke componisten slechts één weg open: ze kozen voor celebrity by proxy. Een musicus of schilder trad in dienst van een bekende persoon en droeg zijn werken aan hem op. Bach begon zijn muzikale loopbaan naar verluidt als lakei van de hertog van Weimar. Diens hoforganist kende Bachs vader en was op de hoogte van het talent van de jongeling; het duurde dan ook niet lang of Johann fungeerde als reserve organist voor de adellijke familie uit Weimar. Kijken we naar de schilderkunst, dan zien we dat iemand als Leonardo da Vinci deel uitmaakte van het personeel van Ludovico Sforza, de hertog van Milaan. Dit overigens niet in eerste instantie als schilder, maar als bekwaam fluitist en lierspeler...welaan, Leonardo kon nu eenmaal alles. Ook zijn kwaliteiten als muzikant zullen tot de verbeelding gesproken hebben.
In later jaren werd de adellijke patroon van minder belang voor de carrière van een kunstenaar. Dit had alles te maken met het terugdringen van de privileges van de adel. De Franse Revolutie zorgde ervoor dat het lokale en provinciale bestuur overgedragen werd aan neutrale overheidsinstanties. De adel verloor hierdoor een aanzienlijk deel van haar macht en invloed. Voor een kunstenaar die bekend wilde worden was het dus niet interessant om zich te verbinden aan een naam die nog slechts in de marge een rol speelde. Andere wegen dienden bewandeld te worden: een schilder of muzikant sloot zich aan bij een collectief gelijkgestemden, woonde in een buurt waar ook zijn collega’s leefden, of hield zich op in de nabijheid van personen die een centrale positie innamen in het sociaal-culturele leven van een stad. Picasso woonde in Montparnasse, de Parijse wijk waarop de hele kunstwereld het vizier gericht had; en onder zijn bewonderaars telde hij de wereldberoemde schrijfster en kunstkenner Getrude Stein. Zonder die twee voorwaarden zou hij het waarschijnlijk een stuk moeilijker gehad hebben om zijn revolutionaire opvattingen aan het grote publiek te slijten.
We komen nu terug op Leo Ornstein. Het feit dat hij compositie gestudeerd had bij niemand minder dan Alexander Glazoenov hielp natuurlijk om zijn roem aan beide kanten van de oceaan te vestigen. Daarnaast had hij de harde Russische leerschool voor uitvoerende musici doorlopen. Dat stond, en staat nog steeds, garant voor grote technische vaardigheden. In de Verenigde Staten droeg men hem op handen - totdat hij nog voor zijn veertigste opeens ophield met het geven van concerten.
Waarom Ornstein besloot om zich onder de schijnwerpers uit te werken is niet helemaal duidelijk. Wellicht had het iets te maken met de plankenkoorts waarmee hij kampte; hij trad graag op, maar had er tegelijkertijd moeite mee. Hoe dan ook, vanaf eind jaren ‘30 wijdde Ornstein zich uitsluitend aan componeren. Daarbij liet hij zich niets gelegen liggen aan de heersende muzikale normen. Hij wenste niet te beantwoorden aan de verwachtingen die men had ten aanzien van een voorvechter van het modernisme; hij wilde zich vrijelijk kunnen bewegen tussen de diverse stijlen en was van mening dat zijn werken hun weg naar bekendheid op hun merites moesten zien te vinden.
Dat is dus niet helemaal gelukt. U kent immers de naam Ornstein niet. Ziedaar de straf voor iemand die zich niet aan de wetten van de markt houdt. Ornstein bevond zich niet langer in her sociaal-culturele circuit, en evenmin dong hij naar de gunsten van deze of gene society ster. Als gevolg daarvan vergat men hem. Velen verkeerden zelfs in de veronderstelling dat hij allang dood was. Zoals u ziet, overleefde hij allen die dat dachten; sterker nog, hij componeerde nog vrolijk door toen zelfs hun kinderen het tijdelijke voor het eeuwige verwisselden.
Oud Anders draait zondag het Andante Lamentoso van Ornsteins Piano Quintet op. 92. De man kreeg toch een beetje gelijk: zijn werken hebben het uiteindelijk op eigen kracht gemaakt. Ze staan op dit moment weer volop in de belangstelling. Leo Ornstein is te goed om te vergeten.
Playlist OUD ANDERS, zondag 27 maart 2016 op AAFM, 22.00 - 23.00 uur
01. Ten Thousand Miles - Bella Hardy - 3.40
02. Piano Quintet op. 92: Andante lamentoso - Leo Ornstein - 11.14
03. Ganesh Vandana Bhajan In Raga Yaman: Kalyan - Kaushiki Chakrabarty - 6.1
04. Arbeit III for virtual Hammond organ - Enno Poppe - 5.44
05. Skjoldmøyane - Eplemöya Sonlag - 6.40
06. Iqa'at - Various Artists - 8.11
07. Beautiful Dreamer - Natalie cole - 4.19
08. Buttercorn Lady - Art Blakey & The Jazz Messengers - 3.25
09. Requiem: Lacrimosa - W.A. Mozart - 3.02